Samen uit een lock-down komen is geen sprookje

Samen uit een lock-down komen is geen sprookje

In een land hier ver vandaan, met veel gelijkenissen als het onze, leefde eens een klein volkje. Het land lag tussen heuvels in en had maar één in- en uitweg. Dat gaf ook niet, want de bewoners haalden alles wat ze nodig hadden uit de vallei en uit de beek die er doorheen stroomde. Bovendien waren ze gelukkig met het leven dat ze leefden. Simpel maar tevreden.

Op een dag was de burgermeester van het dorpje op reis gegaan naar de buurlanden van het dorpje in de vallei. Hij wilde gaan kijken wat er beter, sneller en efficiënter geregeld kon worden. Hij bleef meer dan 60 dagen weg. En bij zijn terugkomst was er iets verandert. Hij was verandert. Sommige zeggen dat de sprankeling uit zijn ogen verdwenen was, andere zagen het vooral aan de blos die zijn wangen niet meer zo kleurde als voorheen. Weer andere werden vooral ongemakkelijk bij het nieuwe lachje wat hij op zijn reis had meegenomen. 

Ieder ging door met het leven zoals ze dat kende. Tot er op een vroege lentedag iets verschrikkelijks gebeurde. Niemand weet precies hoe het had kunnen gebeuren maar toen ze in de vroege ochtend ineens allemaal rechtop in bed zaten van een luid gekraak, zou hun leven daarna niet meer hetzelfde zijn. In het donker van de nacht rende ze naar buiten. Ze troffen elkaar in blinde paniek maar zagen niets. De nieuwe maan maakte voor niemand een uitzondering om het bedekte te mogen ontdekken. 

Zo slopen ze uiteindelijk weer terug naar hun warme bedjes. Toen ze allen langer geslapen hadden dan anders en zich nog 5 keer hadden omgedraaid, kropen ze uit hun bedden. Ze kwamen tot te ontdekking dat alles nog steeds donker was. De burgermeester riep iedereen die middag bij elkaar en sommeerde ieder om voor de zekerheid binnen te blijven. En zo gebeurde het. De mensen gingen hun huizen in en bleven binnen. Ondertussen wilde de lente zijn verhaal vertellen maar ook zijn woorden bleven uit. In plaats van groeien naar het licht krulde de natuur zich op in het donker. 

Ook voor de mensen zat er niets anders op dan zich aan te passen aan de situatie. Maar omdat de mensen zich in de lente, net zoals de natuur, moeten laten zien en naar buiten treden werden ze somber. Deze lente was donker, ze mochten niet meer naar buiten omdat er gevaar dreigde, werd er gezegd. En zo bleven ze stilletjes wachten op betere tijden. 

Toen de zomer aanbrak en de zon zijn hoogste punt had bereikt viel er wat licht de vallei binnen. Het leven, hoe ze dat voorheen kende werd voorzichtig weer een beetje opgepakt. De mensen gingen weer aan het werk, al was er op het land niet veel gegroeid. Ze maakten weer voorzichtig een praatje met elkaar maar merkte dat ze niet veel te vertellen hadden. Bovendien voelde het onwennig en vreemd om na de lange stilte te spreken. Het lachen was bij ieder vergaan tot een weemoedige herinnering.

De tijd kroop langzaam voort en zonder deze zomer echt geleefd te hebben, stierf het seizoen op dat moment. Niet met het vallen van het eerste blad, zonder licht en warmte had niets immers kunnen groeien. De zomer sloot zijn ogen toen het laatste sprankje licht uit de vallei was vertrokken. Terug naar het donker maakte de mensen zich op voor de komende kou. Normaal keken ze uit naar de momenten van rust en bezinning. Maar ook dit jaar was dat helemaal anders. 

Het was niet alleen vanwege het feit dat ze weinig te eten hadden, geen zon of weinig vreugde hadden gezien dat ze bang waren. De meeste angst hadden ze gekregen, voor de angst die ze hadden gekregen. Ze wilde niet alleen zijn in het donker met een angstig hoofd vol rampen. Toch konden ze niet anders. De burgermeester sloot ze op in hun huizen. Alleen op bepaalde tijden mochten ze even naar buiten, wanneer het echt niet anders kon. De burgermeester stelde voor dat ze overal kunstlicht zouden aanleggen en voorverpakt voedsel zouden laten komen uit het buurland waar de reuzen woonde.

De angst bij de mensen werd groter want ze wilde geen kunstlicht maar de zonnestralen voelen op hun huid. Ze wilde geen voorverpakt voedsel maar met hun handen in de aarde, het land en de gewassen bewerken. De massale paniek bereikte zijn hoogtepunt op één van de donkerste nachten van het jaar. De mensen huilde in hun huizen en leken verscheurd door het interne donker. Ze keken terug op een triest jaar en het leek alsof alle hoop verloten was. 

Tot het moment waarop iedereen dacht dat het donker hen zou verslinden en de vreugde hen nooit meer zou vinden. Het was tegelijk met het vallen van de eerste sneeuw van de winter. Het leek alsof de witte vlokjes al het licht van de wereld weerkaatste en zo lichtpuntjes van hoop werden die de vallei bedekte. De volgende morgen was een witte winterwereld zichtbaar geworden en hadden de mensen frisse energie gekregen. Het leek alsof ze de angsten die ze collectief voelde onder de deken van sneeuw begraven hadden. 

Stuk voor stuk hadden ze hun interne licht, in die donkere nacht hervonden. Dat licht scheen op vertrouwen en maakte lef en daadkracht wakker. Zo kwam het dat ze op die ochtend een plan maakte. Tegen de wetten en regels van de burgermeester gingen ze door de sneeuw op pad. Ze hadden toch niets te verliezen. Het eten was op, het licht gedoofd, de vreugde en zin voor het leven gesmolten. 

Aan het einde van de vallei stuitten ze op een rotsblok wat het dorp afsloot van de buitenwereld. Het blok was reusachtig groot en het volk zo ontzettend klein. Toch wisten ze dat je met samenwerken tot grootse dingen in staat was. Terwijl de burgermeester zo ongeveer ontplofte van woede staken ze de handen bij elkaar. Het hele volk, van jong tot oud zette hun handen tegen de rots. Op de derde tel leverde hun collectieve inspanning voldoende kracht om het rotsblok opzij te rollen. Daarmee leerde ze dat er niets krachtiger is dan samenwerken. Ze kozen er op dat moment voor om voorbij hun angst te kijken en de regie over hun leven terug te nemen. Vanaf dat ogenblik begon de zon weer de vallei binnen te stralen en bloeide de mensen, evenals de natuur weer op. En de mensen zeggen dat de burgermeester zo kwaad was dat hij ter plekke ontplofte. 

Sprookje van de gekroonde prins

Sprookje van de gekroonde prins

In een land hier niet zo ver vandaan, leefde eens een koning. Hij was de koning van alle mensen die in zijn rijk woonden. Over het algemeen waren de mensen best gelukkig. Ze werkten hard en bereikten veel. De meeste van hen waren alleen erg op prestatie en uiterlijk gericht. Bovendien leefden veel van hen vanuit hun hoofd. Sommige van de mensen hadden werk waar ze heel erg van hielden. Andere hadden een liefdevol gezin om bij thuis te komen of een hechte vriendengroep om hen heen. Weer anderen kregen energie van hun hobby. Maar het gelukkigst waren alle mensen die leefden vanuit hun hart, en van de vrijheden die ze hadden. Al waren ze zich hier tot nu toe nog niet echt bewust van geweest. 

Ze vierden die vrijheid iedere jaar ter nagedachtenis aan een oorlog die lang geleden in het rijk had gewoed. Dat lag voor sommige oudere bewoners nog vers in het geheugen; vergeten deden zij dat nooit. De jongere generatie kende de oorlog alleen van verhalen, en hoewel het hen wel raakte, voelde ze niet ten diepste wat het betekende. 

Een brief uit het land van de zon

Tot er op een koude winterdag een belangrijke brief bij de koning werd bezorgd. Op het papier, wat duidelijk een lange weg afgelegd had, was te lezen dat er een groot gevaar  hun kant op zou komen. De brief was afkomstig uit het land waar de zon vandaan kwam. De zon, die het land ieder jaar weer vulde met de prachtigste bloesems. Dit nieuws was echter zo verschrikkelijk dat zelfs de bloemen er niet meer wilde bloeien. Het grote rijk waar de keizer heerste was overvallen door een beestje. Een beestje zo klein dat het niet met blote ogen te zien was. Een beestje zo klein, maar in de verwoesting die het achter liet, zo onmenselijk groot. 

Het beestje droeg de kroon der vernietiging en liet zich door niets of niemand tegen houden. Het maakte geen onderscheid tussen arm of rijk. Tussen knap of lelijk, succesvol of in de ogen van de maatschappij mislukt. Toen de gastheer met de kroon der vernietiging de weg naar het koninkrijk had gevonden, waren de mensen bang. Dat was ook niet zo gek omdat het onbekende nou eenmaal vaak angst met zich mee brengt. 

Geen dokter maar dienaar

De koning van het land droeg zijn dienaren op om het volk te beschermen. De dienaren wisten alleen niet hoe ze deze verschrikking moesten verjagen. Ze waren zelf immers geen doktoren en wisten helemaal niets van het verjagen van vernietigende beestjes. Ze waren enkel aangesteld om de koning te dienen. De dienaren hadden door de jaren heen steeds meer van de macht geproefd die de koning hen had geschonken. 

Deze dienaren waren misschien geen doktoren, maar wisten wel dat een angstig volk makkelijker de regels opvolgde. In het donker kwamen ze daarom samen, en smeden snode plannen. Terwijl ze meer en meer te weten kwamen over het gekroonde wezentje, bleek deze steeds ongevaarlijker te worden. En hoe ongevaarlijker deze bleek te worden, hoe harder ze hun best deden om de bevolking bang te maken. 

De gekroonde prins bracht de boodschap van het licht

Het wezentje was namelijk gekomen als boodschapper van de koning van het licht. Daarom kwam hij uit de richting van het land waar de zon vandaan kwam. Het wezentje was eigenlijk de gekroonde prins, die de mensen kwam vertellen om het licht weer in hun hart te voelen. Om de mensen te laten weten dat er meer was dan status en prestatiedruk. Om te laten voelen dat het hart gehoord mag worden en niet alleen het hoofd. 

De mensen die de boodschap hoorde, waren niet bang. Hun hart was open voor de liefde. Voor zelfliefde en liefde voor anderen. Ze wisten dat zonneschijn en voeding gevuld met zonnestralen helend waren. Ze voelden dat knuffelen, dansen en zingen hen beschermde tegen ziekte. De dienaren van de koning wisten dit ook. 

Koud, koud hart

Omdat ze graag de macht wilde houden over het volk besloten ze om het volk zwakker te maken zodat hen hart kouder zou worden. Door hen te voeden met angst nam het hoofd het over en zette zo het hart buitenspel. Ze droegen de bevolking op om zich af te schermen door hun gezicht te bedekken. Zo kon ieder sprankje vriendelijkheid in de kiem gesmoord worden. De kinderen mochten niet meer spelen maar moesten afstand van elkaar houden zodat ze op zouden groeien zonder echt contact. Ze wilde de mensen injecteren wanneer hun immuunsysteem op z’n zwakst was.

De gekroonde prins was zo klein dat hij zich niet tegen liet houden door deuren, ramen, gezichtsbedekking of afstand. Toch verboden de dienaren van de koning de mensen om hun huizen te verlaten. Ze vertelden dat de gekroonde prins zo kwaadaardig was dat ze binnen moesten blijven. Dat ze niet meer mochten dansen, lief hebben en knuffelen met elkaar. Zo hoopte ze dat alle mensen ongelukkiger, angstiger, bozer en verdrietiger zouden worden. Voor een hele grote groep van de bevolking werkte dat ook zo. Hun hart werd koud en kil en niet meer gehoord. De angst draaide overuren in hun hoofd en lijf. Dat waren de mensen waar de gekroonde prins zijn verhaal wilde komen vertellen om hen te redden. 

En de mensen dansten en zongen

Toen de mensen zich daarvan bewust werden gingen ze massaal de straten op. Om te zingen en te dansen. Ze waren niet bang voor de gekroonde prins maar dankten hem voor wat hij hen gebracht had. Ze hadden weer geleerd om echt gelukkig te zijn en om te leven vanuit het hart. Ze hadden weer interesse in elkaar en hielpen de ander wanneer dat nodig was. 

De dienaren van de koning waren zo boos toen ze dat zagen, dat hun hart ieder sprankje warmte verloor. Op dat moment was het tijd voor de gekroonde prins om hen te halen en mee te nemen naar de koning van het licht. 

Het meisje, de moeder en de oude vrouw

Het meisje, de moeder en de oude vrouw

Lang geleden werd er op een frisse lenteochtend een heel klein meisje geboren. Ook al was de zwangerschap niet gewenst geweest, ze was toch erg welkom. Haar huid was bleek als een onbeschreven blad en haar haren leken van goud gemaakt wanneer de zon haar hoofd kuste. Al op jonge leeftijd leken haar ogen de wijsheid van de wereld te spreken. Toen ze leerde schrijven bleek ook haar schrift de taal van het universum te kennen. De vader van het meisje overleed al vroeg in haar leven waardoor ze alleen achter bleef met haar moeder.

Haar moeder raakte verbitterd door verdriet en het leven viel haar zwaar. Op de dag waarop de eerste sneeuw zich aandiende klopte een vreemdeling op de deur. Moeders ogen leken te stralen zoals ze dit nog nooit eerder had gezien. De volgende ochtend, nog voor de eerste zonnestralen waren ontwaakt, leek het alsof de onbekende bezoeker zich nooit had aangediend. En met zijn vertrek bleek haar moeder te zijn veranderd in steen. Het meisje wist dat ze hulp moest halen om haar moeder te bevrijden. 

Ze keerde haar ouderlijk huis de rug toe en begon te lopen. De lange tocht die ze maakte op zoek naar haar moeders verlossing bracht haar overal. Van de hoogste toppen tot de diepste dalen. Over uitgestrekte vlaktes en diepe, donkere wouden. Op haar pad leefde ze van wat ze tegen kwam. Zo plukte ze appels van de bomen die ze langs de velden zag. Soms liepen er ook mensen een tijdje met haar mee en dan deelde ze samen een brood. Zo had ze nooit veel maar toch altijd genoeg om van te leven. Ze zocht overal, maar omdat ze niet precies wist hoe het er uit zag wat ze zocht, werd ze soms bang. Dan huilde ze tot haar tranen op waren. Op bepaalde momenten was ze overtuigd dat ze het wel zou weten wanneer ze het vond, maar die vlagen, vlogen dan ook snel weer voorbij. Dan bleef ze alleen met haar angsten achter, een gevoel wat ze zo goed kende. 

Op een dag, toen ze zo moe was van het zoeken dat haar voeten haar niet meer dragen konden, was ze aangekomen bij het diepste, donkerste woud wat ze ooit gezien had. Haar laatste reisgenoot was al lang afgeslagen en ondanks deze beproeving twijfelde ze geen moment. Een verlangen ontwaakte in haar en vanuit haar bekken voelde ze iets opborrelen. Een gevoel dat zich uit leek te strekken door haar hele lijf. Terwijl ze liep voelde het alsof ze door een onzichtbare kracht van het donkere pad af werd getrokken, nog dieper het woud in. Toen ze dacht dat ze de weg nooit meer terug zou kunnen vinden, zag ze ineens een huisje. Het zag er verwaarloosd uit maar toch brandde er enkele kaarsen. Alsof er iemand woonde die zich er niet werkelijk thuis voelde. In de hoek van de kleine kamer bevond zich een luik. Met veel gekraak ontvouwde zich een doorgang met een lange donkere trap. Ze pakte een brandende kaars om haar te vergezellen op haar weg naar beneden. Als in een visioen zag het meisje haar grootmoeder voor zich verschijnen die haar een witte lelie liet zien en liefdevol naar haar lachte. 

Beneden aangekomen zag het meisje een zware deur met een oude sleutel in het slot. De sleutel was weliswaar wat vastgeroest maar de deur opende zich voor het meisje. In de ruimte waar ze zich in bevond, stond een grote, oude spiegel. Terwijl het meisje daar in keek zag ze zichzelf ouder worden en moest aan haar moeder denken. Ondertussen werden de fijne lijntjes op haar gezicht dieper en haar huid dunner. Ineens zag ze weer haar grootmoeder voor zich in de spiegel, ze vertelde haar dat ze hier niet eerder had kunnen komen en dat de zoektocht hoorde bij het pad dat ze had moeten gaan. Dat haar moeder niet de vrouw was die ze moest redden maar dat zij het zelf was die gevonden moest worden. Tranen druppelde over haar wangen en toen ze weer op keek was haar oma verdwenen. Het meisje was een vrouw geworden en voelde een vuur in zich branden als nooit te voren. Alles wat ze al wist maar vergeten was kwam als vanzelf naar boven. Ze draaide zich om en toen ze de trap op liep naar boven wist ze dat het goed was. 

Terwijl ze de deur van het huisje weer achter zich sloot kwam er als bij toverslag een rood paard op haar af lopen die knielde voor haar voeten. Ze besteeg het paard en samen galoppeerde ze er vandoor. Toen ze nog een laatste keer omkeek zag ze dat het huisje was verdwenen en in galop reed ze met haar lange haren in de wind, de horizon tegemoet. 

De kleine die zich herkende in de zeemeermin

De kleine die zich herkende in de zeemeermin

Mijn lievelingssprookje is de kleine zeemeermin. Het maakte me eigenlijk niet echt uit of ze op het einde de prins trouwde (Disney) of in schuim op het water veranderde (Lekturama). Ik denk dat ik het dramatische einde wel mooier vond. Maar bovenal herkende ik me onbewust in haar.

De kleine zeemeermin voelt zich eenzaam bij haar familie in de zee. Ik voelde me thuis ook vaak alleen en trok me terug op mijn zolderkamer en in mijn gevoelswereld. (De zee staat voor emoties en een rijke gevoelswereld).

Ze verlangt naar het leven op het land (wat staat voor het praktische en mentale). In een ideale situatie zijn deze 2 delen in balans.

Wanneer ik terug kijk naar mezelf als jong en gevoelig meisje, voelde ik me gaandeweg niet meer thuis in mijn rijke gevoelsleven omdat dit me veel angst en onveiligheid had gebracht. Ik leerde dus om minder te voelen en meer te leven vanuit mijn hoofd. Je zou dus kunnen zeggen dat ik vanuit de zee op het land ging wonen (en later ook weer terug wilde).

Liefde zal me redden

Ook heb ik lang gedacht dat de liefde van een prins me wel zou redden. Toen mijn prins Erik voorbij kwam, (“toevallig” dezelfde naam als Ariëls prins), kwam ik er al snel achter dat dat niet het geval was.

Wanneer Ariël een deal sluit met de zeeheks (de heks staat voor ons onbewuste schaduw deel) krijgt ze benen, in ruil voor haar stem. Daarmee raakt ze haar vermogen kwijt om zich te uitten waardoor ze genoodzaakt is zich terug te trekken in zichzelf. Ze bezit grote emotionele diepte en intuïtieve wijsheid maar het lukt haar niet om deze bezieling op het land vorm te geven. 

Als we kiezen voor het dramatische einde dan wordt de prins verliefd op (en trouwt met) een ander. Ook daar zie ik wel een overeenkomst in het onvermogen mezelf volledig te zijn en me zonder angst te durven uitten. En om de liefde waar ik zo naar verlangde, aan me voorbij te zien gaan. 

Was de angst voor de liefde groter dan de liefde zelf?

En proef ik daar ook geen bindings/verlatingsangst bij onze kleine zeemeermin? Want volledig vallen op een man die je niet kent en daar alles voor op te geven?! Om vervolgens wanneer de liefde daadwerkelijk dichterbij komt je mond dicht te houden. Nu kon ze natuurlijk niet spreken maar gebarentaal of schrijven (eventueel in symbolentaal) was toch wel mogelijk geweest? Was de angst voor de liefde groter dan de liefde zelf?

Ik ben benieuwd naar jou favoriete sprookje en of je jezelf ook ergens in herkende.

Symbolische vertellingen van de ziel

Symbolische vertellingen van de ziel

Wist je al dat sprookjes niet zomaar verhalen zijn die we vaak aan onze kinderen vertellen? 

Sprookjes worden al eeuwenlang van generatie op generatie verteld. Het woord sprookje komt dan ook van het middeleeuwse woord ‘sproke’ dat gewoon verhaal of vertelling betekent.  

Waarschijnlijk heb jij ze vroeger ook van jouw ouders of grootouders gehoord. Of misschien ben je, net zoals ik, opgegroeid met de luistersprookjes van Lekturama. Die rode boeken, waarbij je de bladzijde om mocht slaan zodra je het belletje hoorde. 

Er zijn verschillende soorten sprookjes, maar de bekendste vol met magische wezens en toverkunsten, worden tover sprookjes genoemd (verrassend hé). Deze verhalen werden vroeger verteld omdat ze een diepere wijsheid bevatten. De mooiste omschrijving van een sprookje vind ik zelf de uitleg dat het symbolische vertellingen van de ziel zijn. 

Ons onderbewuste of ziel, communiceert namelijk het beste door middel van symbolen. Je kunt daarbij denken aan je dromen. Je onderbewuste verteld je dan namelijk ook wat je moet weten of verwerken en doet dit in een symbolische taal. Er zijn genoeg algemene symbolen voor droomverklaringen te vinden, maar aangezien het jouw ziel is die spreekt, die jouw wijsheid en ervaring met zich meedraagt, zijn symbolen voor ieder uniek. De beste manier om er daarom achter te komen wat een droom je wil zeggen is door naar binnen te keren en te voelen wat er vanuit je onderbewuste naar de oppervlakte komt. 

Op reis door ons eigen sprookjesbos 

In sprookjes wordt het onderbewuste vaak vertegenwoordigd door het symbool van een bos. Het bos kan donker zijn zodat je niet alles kunt zien wat er verborgen is. Juist, net zoals we ons niet bewust zijn van wat binnenin voor ons verborgen ligt. Soms schijnt er door het dikke bladerdek wat licht op iets belangrijks wat gezien moet worden, of is er ineens een open plek. Dat doet denken aan ingevingen of gedachten die ineens hun weg naar ons bewuste brein vinden. De hoofdpersoon wordt in de verhalen vaak uitgedaagd om zijn veilige thuis te verlaten en gaat dan op reis door het bos. Dit is de tocht die ieder mens mag wanneer we opgroeien en onze ziel volwassen wordt. Werkelijke groei is immers te vinden in het gedag zeggen van je veiligheid en nieuwe delen van jezelf ontdekken. 

Sprookjesfiguren moeten in hun tocht vaak iets overwinnen en komen op die queeste vaak wilde dieren tegen die hen helpen óf juist zorgen voor nog meer problemen. Wilde dieren zoals de wolf, vos, kikker, ezels of ganzen. Al deze dieren staan ook voor eigenschappen die ieder van ons in zich heeft. Denk aan de sluwe vos of de domme gans. 

Droom je over een bos waar je doorheen wandelt dan kan het dus zijn dat je op zoek bent naar een bepaald deel van jezelf. Ook kan het zijn dat het dagelijkse leven teveel wordt en je verlangt naar een simpeler leven waarin je gewoon kunt zijn wie je bent. Wanneer je in je droom het bos uit loopt kan het betekenen dat je niet wilt zien wat er intern bij je speelt en en dat je daarvan wegvlucht. Maar zoals met alle symbolen is er geen één op één uitleg. Jij mag jezelf de ruimte gunnen om te voelen wat het symbool of droom met je doet. Je voelt vanzelf wat jouw waarheid is. En als jij alleen maar verdwaalt in het bos en er echt niet meer uit komt, dan kun je altijd een afspraak maken voor een coaching/therapie sessie. Dan kunnen we je helpen on de juiste weg weer te vinden. 

Healthy ever after

Healthy ever after

Er was eens, een allereerste blog voor Healthy ever after en die ben jij nu aan het lezen. Spannend en ontzettend leuk! Dat vind ik tenminste. Het was namelijk een reis van epische proporties (eentje zoals de hoofdrolspelers in sprookjes vaak ondergaan), om te komen op dit moment. Ik zal je in vogelvlucht proberen mee te nemen zodat je weet waar ik vandaan kom en nog belangrijker; wat jij van Healthy ever after mag verwachten. 

Verdwalen in een sprookjeswereld

Als puber verschoof mijn interesse richting (para)psychologie en ontdekte ik spiritualiteit en zingeving. Ook hier zocht ik naar antwoorden op de zin van ons bestaan. Wellicht was dit, zoals de sprookjes vroeger voor me hadden gedaan, nog steeds een vlucht uit de dagelijkse realiteit, maar ik voelde dat al deze inzichten en wijsheden mij raakten in de kern. Een diep weten voelde, dat wat verteld werd, met mij resoneerde. Toen weer, bedenk ik me nu, mocht ik er op vertrouwen dat in het grote geheel altijd alles goed kwam. Het is soms gewoon een kwestie van uitzoomen om het grote plaatje te zien. 

Dat voelen of iets voor mij klopt, doe ik nog steeds. Uitzoomen om het vanuit een groter perspectief te kunnen bekijken ook. Ik ben daardoor best wel eigenwijs. Een woord wat voor mij geen negatieve lading heeft. Eigen wijs is voor mij de uitdrukking die aangeeft dat je je eigen waarheid onderzoekt en daardoor wijsheid vergaart. Ik neem dus niet snel dingen van iets of iemand aan en vind het belangrijk dat iedereen zelf voelt en onderzoekt wat zijn/haar waarheid is. Ik zeg dus niet dat ik de waarheid en wijsheid in pacht heb, mijns inziens kan vrijwel niemand op aarde het totale plaatje bevatten, op misschien een aantal hoog spiritueel geïncarneerde meesters na. Ik wil je wel mijn visie en mijn waarheid delen met alle kennis die ik op heb gedaan. Een waarheid, die zoals het leven zelf, constant in beweging blijft. 

Burn-out; the only way out is in

In mijn volwassen leven dwaalde ik van mijn pad (en mocht een burn-out doormaken) doordat ik mijn hoofd de leiding liet nemen. Ik durfde immers niet meer op mijn gevoel te vertrouwen, vanuit de overtuiging dat gevoelens je alleen maar pijn deden. Door middel van een flinke dosis therapie en zelfhulpboeken probeerde ik het vertrouwen in mijn gevoel en intuïtie weer terug te krijgen. Met babystapjes (terwijl ik reuzensprongen wilde) ging ik vooruit. Tot ik in het najaar van 2018 aan een studie natuurgeneeskunde begon. Die natuurlijke kijk op ziekte en gezondheid zat er vanuit mijn oma al in en deze visie voelde voor mij dan ook passend. Door zelf onder behandeling te gaan met fytotherapie en de kracht van deze eeuwenoude wijsheid te ervaren kon ik weer leren voelen. Niet alleen voelen maar ook mezelf durven zijn en de basisangst “niet goed genoeg zijn” los laten.

Nu kun je je voorstellen dat het gevoel “niet goed genoeg te zijn” nog steeds “werk in uitvoering” is maar ik heb er ontzettend veel zin in, om ondanks dat, verhalen met jou te delen en mezelf te laten zien. Healthy ever after zou je kunnen zien als een sprookjesboek vol verhalen (in beeld en tekst) met waardevolle spirituele inzichten en wijsheden. Om eventjes lekker weg te kunnen vluchten in een wereld waar het altijd weer goed komt. En dat is altijd fijn, helemaal in de gekke periode waarin we nu zitten. 

Na mijn burn-out heb ik mezelf kunnen gunnen om me om te scholen tot therapeut. Naast een natuurlijke visie op ziekte en gezondheid, volg ik momenteel een opleiding tot hypnotherapeut. Ook een mooie cursus mycotherapie (om de kracht van paddestoelen in te kunnen zetten) en ga ik beginnen aan een fotografie opleiding. Meer dan genoeg om je van alles te kunnen bieden dus. Ook niet onbelangrijk; ik werk samen met mijn man die al jaren werkzaam is als therapeut. Hij gaat mooie workshops verzorgen voor Healthy ever after. Je kunt bij hem ook terecht voor 1 op 1 coaching/therapie en relatietherapie (voor als het even niet zo “happily ever after” meer voelt). Eigenlijk ga ik alles op mijn zoektocht naar gezondheid en geluk met je delen. Zodat jij, je leven “Healthy ever after” kunt leven.