door Femke Berkvens | aug 13, 2021 | Personal, Zingeving en spiritualiteit
Afgelopen week fietste ik met 2 kids naar de winkel voor wat kleine boodschappen. Het zonnetje scheen. Ineens, zomaar uit het niets kwam de vraag, of ik met ze naar het kerkhof wilde gaan?
Goh, tja, waarom ook niet?! Als jullie dat willen, dan doen we dat. Jaaaaa, riepen ze beide in koor. Bakfiets dus gekeerd en richting het kerkhof vervolgde we onze weg. Ik gaf ze eerst nog wel een duidelijke uitleg dat een kerkhof geen plek is voor uitbundigheid, geschreeuw, hard rennen of plezier. Een kerkhof is een plek waar het lichaam van dode mensen ligt, zodat nabestaanden ze nog kunnen bezoeken. Dus respect voor de doden en voor de nabestaanden, dat is belangrijk. Jaaaa mam, klonk het wederom in koor.
Nieuwsgierige vragen op het kerkhof
Lichtelijk zenuwachtig betreden we met drietjes het vredige kerkhof. Als dat maar goed gaat bedenk ik me. Beide pakken mijn hand vast en daar lopen we onder de grote, en toepasselijke treurwilg door. Ze kijken om zich heen en stellen vragen zoals; “wie ligt daar” en “wie is die meneer” (wijzend op een portret van Jezus). Of; “wauw, wat mooi zeg”! (Ava is onder de indruk van een graf vol kleurrijke mozaïek steentjes en wijst me er op dat het ook nog in haar lievelingskleuren is). De dood, zo zeg ik ze, hoort bij het leven. Iedereen gaat dood. Dan stopt je lijf er bijvoorbeeld mee (meestal als je oud bent). De ziel gaat dan naar de hemel en het lichaam blijft hier achter. Het lichaam kan dan hier begraven worden, of verbrand zodat je het as kunt uitstrooien. Net zoals bij opa Jack vervolg ik de uitleg.
We wandelen samen rustig langs graven en ik vertel ze de namen van de overledenen, of hoe oud de mensen waren. Soms zijn het ook kinderen, maar gelukkig vaak mensen die hun leven lange tijd hebben geleefd. Ze praten over opa Jack en opa Rob die beide ook in de hemel zijn en dat ze het verdrietig vinden voor hen. Ik vertel ze dat dat mag, maar dat het voor de opa’s ook goed is nu. Ik zeg ze dat ik er ook verdrietig van ben dat ze hen niet meer hier hebben kunnen leren kennen. Maar dat ik zeker weet dat ze vaak bij hen zijn en trots op hen zijn. Daar zo lopend, probeer ik het zo normaal mogelijk en luchtig mogelijk te benaderen, omdat het dat ook is wat mij betreft. Toch voelt het ook beladen.
Als ik dood ben, kom je me dan iedere dag bezoeken?
Ik ben onder de indruk van de manier waarop ze vragen stellen en hoe rustig ze zich gedragen. Toch heeft Kaya zin om het op een lopen te zetten waardoor ik hem ineens kwijt ben. “Nee toch”, denk ik! “Ik ben mijn kind toch zeker niet kwijt op een kerkhof”?! Gelukkig is hij nog niet ver weg, wat mij betreft is het nu wel tijd om naar huis te gaan. Wanneer we terug naar de bakfiets lopen staat Ava stil en vraagt; “mam, als ik dood ga, kom je me dan iedere dag bezoeken”? Ik moet slikken, pak haar stevig beet en zeg haar dat ik natuurlijk iedere dag naar haar toe zou komen. Maar dat ze zich geen zorgen hoeft te maken, omdat ze eerst nog een heel oude oma mag worden. En dat het veel waarschijnlijker is dat wij veel eerder dood gaan, bespaar ik haar ook maar voor dit moment.
Als ik ze in de bakfiets zet is het nog tijd voor een wijze les, besluit ik. “Lieverds”, zeg ik, “wat hebben jullie het goed gedaan op het kerkhof. Mama wil jullie nog even zeggen dat jullie je geen zorgen hoeven te maken. Iedereen gaat ooit dood maar zolang we hier zijn is het de bedoeling dat we het leven, leven. Dat we samen nog veel plezier maken en leuke dingen doen. Ik geef ze nog een dikke knuffel, zeg ze hoeveel ik van ze hou en hoop dat hun vragen over de dood beantwoord zijn voor nu. Ik hoop vooral dat ze beseffen hoe waardevol het leven is en dat het ze lukt om dezelfde levendigheid voor het leven te behouden als die ze nu hebben. En voor mezelf hoop ik dat het me ook lukt om dezelfde levendigheid voor het leven te gaan voelen, zoals zij die nu hebben.
door Femke Berkvens | dec 18, 2020 | Personal, Zingeving en spiritualiteit
Gisteren was het alweer 4 jaar geleden dat ik ontzettend onverwacht afscheid moest nemen van een lieve vriendin. Een vriendin waarmee ik veel dezelfde interesses had, mooie herinneringen maakte en lief en leed deelde. In elkaar herkende we bovendien dezelfde zielsthema’s als onzekerheid, faalangst en je niet goed genoeg voelen.
Er waren periodes dat we elkaar meerdere malen per week zagen en er waren momenten dat dat even wat minder was. Natuurlijk zochten we elkaar wat vaker op in de periodes dat we beide single waren. Om te genieten van een dansje en drankje (oké, een paar drankjes, flesjes zelfs). Niet zo healthy inderdaad, maar wat hebben we een lol gehad!
Inpakken voor de reis
Een week voor haar overlijden zou ze vertrekken op een vakantie. Ik zag haar 3 dagen voor vertrek en vol enthousiasme vertelde ze hoeveel zin ze had in die reis. De dag voordat ze vertrok vroeg ik haar of ik een boek van haar mocht lenen. “Natuurlijk meisi, ik kan hem straks wel even in de brievenbus doen want ik moet toch in de buurt zijn.”
Ik herinner me dat ik haar wilde vragen om dan even binnen te komen maar deed dat niet omdat ze nog moest gaan inpakken voor de reis. Ik herinner me daarover ook een verdriet en vond dat opvallend. Normaal werd ik niet verdrietig namelijk als iemand daarvoor geen tijd had. Wellicht een verlangen om afscheid te nemen omdat dat de laatste fysieke mogelijkheid was geweest.
Op de dag van haar terugkomst wilde ik erg graag weten hoe het gegaan was en was benieuwd naar alle verhalen. Toch besloot ik even niets te sturen omdat ik er van uit ging dat ze wel zou moeten bijkomen en uitpakken. Die zaterdag voelde ik de behoefte om haar boek terug te gaan brengen en een kopje thee te gaan drinken maar ook dat gevoel negeerde ik. Ik ben namelijk niet iemand die zomaar zonder aankondiging op de stoep staat. Die dag erna nodigde ik haar uit voor een pre kerstmis borrel maar dat bericht heeft ze nooit meer ontvangen. Die zaterdag heeft ze er voor gekozen om het leven te verlaten.
Had ik iets kunnen doen?
Het verdriet en de shock die je dan voelt zijn niet te beschrijven. Het verdriet wat je voelt voor de familie is niet voor te stellen. Had ik iets kunnen doen? Was ik maar onaangekondigd langs gegaan om het boek terug te brengen. Had ik maar beter naar mijn gevoel geluisterd, dan had ik misschien iets kunnen doen. Allemaal gedachtes die door je hoofd gaan terwijl je weet dat je niets had kunnen doen. En als je dat wel had kunnen doen, dan was het nu niet zo gegaan.
De eerste jaren dacht ik meerdere malen per dag aan haar. Vaak iets wat me aan haar deed herinneren, iets wat ze leuk gevonden zou hebben of wat ik tegen haar zou vertellen. Ik merk dat ik niet meer dagelijks aan haar denk nu en dat het me beter gelukt is om dit een plek te geven. Toch blijft ze voor altijd in mijn hart en ben ik dankbaar voor alles wat we samen hebben mogen delen.
Waar ik vooral erg dankbaar voor ben is het afscheid dat ze van me kwam nemen een paar dagen na haar overlijden. In mijn droom was ik in een kamer en kwam ze binnenlopen. Ik had de gedachte dat ik wilde uitroepen waarom ze het had gedaan maar ik voelde dat die vraag er niet toe deed. In plaats daarvan zei ik dat ik haar zo miste, waarop ze lachte en we elkaar vast pakte in een fijne omhelzing. Ze gaf me het gevoel dat het goed was zo. Daaropvolgend veranderde ze in een zwarte vlinder en vloog ze weg.
De vlinder staat symbool voor transformatie. En staat voor de ziel die zich los heeft gemaakt van het aardse lichaam om zijn weg naar het hiernamaals te vervolgen. Zwart is natuurlijk de kleur die wij het meest gebruiken bij rouw. Een mooi voorbeeld van hoe ons onderbewuste in symbolische taal tot ons spreekt.
Ik mis je…
door Femke Berkvens | dec 17, 2020 | Personal, Zingeving en spiritualiteit
Onderstaande blog schreef ik afgelopen zomer maar plaats ik vandaag, op de sterfdag van een lieve vriendin. Het is vandaag 4 jaar geleden dat ze ons verliet maar ze blijft nog dagelijks in mijn gedachten en voor altijd in mijn hart.
Vandaag liet Facebook mij een herinnering zien van 10 jaar geleden. Een fijn feestje met een nog fijner vriendinnetje. Drankje in de hand, zongebruind en nog geen rimpel te bekennen. Een fijne herinnering die me tot tranen bracht. Tranen om het gemis van mijn lieve vriendin waar ik een aantal jaar geleden onverwacht afscheid van heb moeten nemen. Naast dit verdriet kwam dan ook een bekende angst om de hoek kijken.
De angst van het ouder worden en vooral van het niet meer ouder worden
Met mijn zwakke nieren zijn angsten mij helaas niet vreemd (vanuit de natuurgeneeskunde kunnen angsten vaak duiden op een zwakke nierenergie). Met de juiste tinctuur zijn de angsten gelukkig stukken minder, maar ik kan me nog steeds heel goed aan twee van mijn grootste angsten verbinden. De angst van het ouder worden én vooral van het niet meer ouder worden.
De angst van het ouder worden zie ik dagelijks in de spiegel. Ogen die wat meer gaan hangen, fijne lijntjes (ook dat kunnen vanuit de gezichtsdiagnostiek vanuit de natuurgeneeskunde tekenen zijn van de nieren), en af en toe duikt er een grijze haar op. Ik kan me hier best druk over maken maar ik weet ook dat de buitenkant niet is waar het werkelijk om gaat.
De echte angst die hier onder ligt gaat over het niet meer ouder worden. Oftewel over het onvermijdelijke afscheid wat dichterbij komt zodra je ouder wordt. Nu ben ik niet bang voor de dood an sich. Ik denk namelijk dat het een overgang is naar een andere fase. Een fase die dichter ligt bij onze bron en waarin (onder andere) alle angsten wegvallen. Dit kan ik wel denken (en af en toe ook voelen) maar zolang ik hier aan het aardse gebonden ben (met die zwakke nieren van mij) voel ik de angst voor afscheid.
Afscheid nemen bestaat niet, maar doet wel pijn
Weten dat ooit afscheid genomen moet worden van geliefden doet pijn en maakt me soms zo bang. Vannacht droomde ik nog dat ik in de klas vertelde dat rouw de achterkant is van de liefde. (Deze mooie zin is afkomstig van Bert Hellinger, de grondlegger van systemisch werk en familieopstellingen). De keerzijde van liefhebben is dat rouw onvermijdelijk is.
Als je net zoals ik, als kind geleerd hebt om pijn uit de weg te gaan, omdat het voelen te onveilig was kun je daar als volwassenen nog steeds last van hebben. Weet, dat een mens het meeste lijdt door het lijden dat hij vreest. Toch is de angst soms groot en in mij woont nog steeds dat bange kind. Een bang kind trekt zich terug en voelt zich eenzaam terwijl het zich eigenlijk zo graag wil verbinden met de ander. Verbinden kan dan onveilig voelen omdat het bange kind denkt dat het niet in staat is om dat verlies aan te kunnen.
Misschien dat zo’n verlies vroeger als kind ook echt te veel was maar als volwassenen ben je prima in staat om te rouwen. En dat doet natuurlijk nog steeds heel veel pijn. Maar weet dan dat je het afscheid en verdriet aan kan en hoort bij het liefhebben van de persoon. En die liefde maakt je leven een heel stuk rijker en neem je alle levens met je mee.
Ik zou er nog heel wat rimpels (en nog zo veel meer) voor over hebben om nog een drankje met haar te kunnen doen. De liefde en de mooie momenten met haar neem ik voor altijd met mij mee. En als Facebook over een paar jaar weer een herinnering besluit te delen, hoop ik dat ik de schoonheid van het ouder worden heb omarmd. Zodat ik met tranen van ontroering en gemis terug kan kijken op een lieve vriendin die niet meer ouder zal worden dan het moment dat ze afscheid nam.