Onderstaande blog schreef ik afgelopen zomer maar plaats ik vandaag, op de sterfdag van een lieve vriendin. Het is vandaag 4 jaar geleden dat ze ons verliet maar ze blijft nog dagelijks in mijn gedachten en voor altijd in mijn hart.

Vandaag liet Facebook mij een herinnering zien van 10 jaar geleden. Een fijn feestje met een nog fijner vriendinnetje. Drankje in de hand, zongebruind en nog geen rimpel te bekennen. Een fijne herinnering die me tot tranen bracht. Tranen om het gemis van mijn lieve vriendin waar ik een aantal jaar geleden onverwacht afscheid van heb moeten nemen. Naast dit verdriet kwam dan ook een bekende angst om de hoek kijken. 

De angst van het ouder worden en vooral van het niet meer ouder worden

Met mijn zwakke nieren zijn angsten mij helaas niet vreemd (vanuit de natuurgeneeskunde kunnen angsten vaak duiden op een zwakke nierenergie). Met de juiste tinctuur zijn de angsten gelukkig stukken minder, maar ik kan me nog steeds heel goed aan twee van mijn grootste angsten verbinden. De angst van het ouder worden én vooral van het niet meer ouder worden.

De angst van het ouder worden zie ik dagelijks in de spiegel. Ogen die wat meer gaan hangen, fijne lijntjes (ook dat kunnen vanuit de gezichtsdiagnostiek vanuit de natuurgeneeskunde tekenen zijn van de nieren), en af en toe duikt er een grijze haar op. Ik kan me hier best druk over maken maar ik weet ook dat de buitenkant niet is waar het werkelijk om gaat. 

De echte angst die hier onder ligt gaat over het niet meer ouder worden. Oftewel over het onvermijdelijke afscheid wat dichterbij komt zodra je ouder wordt. Nu ben ik niet bang voor de dood an sich. Ik denk namelijk dat het een overgang is naar een andere fase. Een fase die dichter ligt bij onze bron en waarin (onder andere) alle angsten wegvallen. Dit kan ik wel denken (en af en toe ook voelen) maar zolang ik hier aan het aardse gebonden ben (met die zwakke nieren van mij) voel ik de angst voor afscheid. 

Afscheid nemen bestaat niet, maar doet wel pijn

Weten dat ooit afscheid genomen moet worden van geliefden doet pijn en maakt me soms zo bang. Vannacht droomde ik nog dat ik in de klas vertelde dat rouw de achterkant is van de liefde. (Deze mooie zin is afkomstig van Bert Hellinger, de grondlegger van systemisch werk en familieopstellingen). De keerzijde van liefhebben is dat rouw onvermijdelijk is.

Als je net zoals ik, als kind geleerd hebt om pijn uit de weg te gaan, omdat het voelen te onveilig was kun je daar als volwassenen nog steeds last van hebben. Weet, dat een mens het meeste lijdt door het lijden dat hij vreest. Toch is de angst soms groot en in mij woont nog steeds dat bange kind. Een bang kind trekt zich terug en voelt zich eenzaam terwijl het zich eigenlijk zo graag wil verbinden met de ander. Verbinden kan dan onveilig voelen omdat het bange kind denkt dat het niet in staat is om dat verlies aan te kunnen. 

Misschien dat zo’n verlies vroeger als kind ook echt te veel was maar als volwassenen ben je prima in staat om te rouwen. En dat doet natuurlijk nog steeds heel veel pijn. Maar weet dan dat je het afscheid en verdriet aan kan en hoort bij het liefhebben van de persoon. En die liefde maakt je leven een heel stuk rijker en neem je alle levens met je mee. 

Ik zou er nog heel wat rimpels (en nog zo veel meer) voor over hebben om nog een drankje met haar te kunnen doen. De liefde en de mooie momenten met haar neem ik voor altijd met mij mee. En als Facebook over een paar jaar weer een herinnering besluit te delen, hoop ik dat ik de schoonheid van het ouder worden heb omarmd. Zodat ik met tranen van ontroering en gemis terug kan kijken op een lieve vriendin die niet meer ouder zal worden dan het moment dat ze afscheid nam.